De directe aanleiding tot de bestuurlijke crisis was een ‘Motie van Vertrouwen’:
“De Algemeene Vergadering van U.V.V., op 2 juni 1923 in “Centraal” bijeen, spreekt vertrouwen uit in het tegenwoordige Bestuur en draagt het Bestuur op, die personen het lidmaatschap der vereeniging op te zeggen, die tegen deze motie stemmen en geeft het Bestuur opdracht, ook diegenen, die zich tegen den goeden gang van zaken systematisch verzetten, het lidmaatschap der U.V.V. op te zeggen.”
Onder tegenstemmers bevond zich ook het in de vorige vergadering benoemde Erelid, de heer van Kuijk.