Het ontstaan van de georganiseerde cricketsport in Nederland.

De NCB of tegenwoordig de Koninklijke Nederlandse Cricket Bond is opgericht op 30 september 1883 op initiatief van de Haagse Cricket Club. Tot voorlopig bestuur werd gekozen Frans Netscher, voorzitter, Jaap van Stolk, secretaris en voorzitter van de Haagse C.C en jhr. Hans Hooft van Woudenberg, penningmeester.
De oprichting geschiedde in het hotel “Smit” aan de Maliebaan te Utrecht.
Nog geen jaar na de oprichting in juni 1884 waren de volgende verenigingen aangesloten bij de bond.

R.U.N.-Amsterdam U.D.-Deventer Arena 1-Rotterdam
B.C.C.-Beverwijk Frisia-Leeuwarden Arena 2-Rotterdam
Hilversum A.C.C.-Arnhem Hercules-Rotterdam
Hercules-Utrecht Gelria-Nijmegen H.C.C.- den Haag
Sphaerinda-Utrecht E.M.M.-Middelburg Olympia-den Haag
Achilles-Amersfoort R.C.C.-Rotterdam D.C.C.-Delft

Op 29 augustus 1884 organiseerde de N.C.B. voor het eerst een nationale wedstrijd. Aan dit 5-daags toernooi op het Malieveld in den Haag namen 5 verenigingen deel. In de verregende finale zegevierde H.C.C. over R.U.N. uit Amsterdam met 29 runs tegenover 16 runs.
Het cricketevenement is een dure grap geworden met een nadelig saldo. De muziek was, wat de financiën betreft, uit de toon gevallen. Het strijkje had de somma van veertig gulden per dag gekost. Velen vroegen zich af uit hoeveel man het strijkje bestaan had.
Een ander initiatief van de N.C.B. was het organiseren van persoonlijke wedstrijden om het beste bowling- en batting gemiddelde in de jaren 1887 tot 1890. In 1888 loofde de heer Robert Laming voorts een beker uit voor de vertegenwoordigende elftallen van steden waar cricket werd gespeeld. Veel succes hadden al deze activiteiten nu niet bepaald maar het doel werd niettemin bereikt: de vele kleine clubjes in sommige plaatsen  verenigden zich tot één vereniging.
Maar pas in 1891 werd er door N.C.B. de eerste competitie georganiseerd. Ondanks alles daalde de belangstelling voor cricket en liep het aantal leden terug naar 249.
In 1892 trok er voor het eerst een Nederlands elftal naar Engeland. Het resultaat was natuurlijk pover maar deze wedstrijd werd toch weer in 1894, 1901 en 1906 herhaald. Men wilde uiteindelijk toch lering trekken uit deze wedstrijden.
In begin 1900 breidde het aantal verenigingen zich uit, zelfs Amsterdamse scholen gingen cricket spelen. Van lieverlee stijgt het niveau naar een aanvaardbaar peil en worden in de jaren 1900 tot 1910 ware veldslagen geleverd tussen Rood Wit en H.C.C.
Ten einde het contact tussen de eerste klassen en de zwakkere verenigingen te bevorderen loofde de Telegraaf een beker uit, te verspelen tussen alle bij de N.C.B. aangesloten verenigingen volgens het afvalsysteem.
Ook de speelvelden en de pitches worden verbeterd onder het motto dat goed cricket slechts gespeeld kan worden met goed materiaal op deugdelijke velden. In de beginjaren waren de meeste cricketvelden niet veel meer dan een gerooid aardappelveld.
Hercules had toen de twijfelachtige eer in 1892 een veld te bezitten, bezaaid met stronken en een aan verzakking lijdende keibestrating, waarop een regiment veldartillerie een uur lang in alle richtingen had geparadeerd.

    100 jaar.

Bij het 100-jarig bestaan van de bond in 1983 is het predicaat koninklijk toegekend. Ter gelegenheid van zowel het 50-jarig, 75-jarig en het 100-jarig bestaan zijn jubileumboeken uitgegeven. Het boek 1883-1933 is tot stand gekomen door de medewerking van de heren J.W.G. Coops, A. Eijken, C.J. Groothofff en P.J. Lindner. Het boek 1883-1958 is samengesteld door de Archief- en Bibliotheekcommissie van de N.C.B.  Het boek uit 1983 met de titel “Een eeuw georganiseerd cricket in Nederland” is tot stand gekomen onder redactie van Ruud Onstein, C.J. Slagter (overleden 1996), J.E. Koch en J. Nieuwenhuyzen Kruseman, die eerder de jubileumuitgave over de H.C.C. 1878-1968 schreef.

De bond zorgt tot op de dag van vandaag voor de organisatie van de Nederlandse cricketcompetities en cricket-evenementen.
Het organiseert bijvoorbeeld de Topklasse, Hoofdklasse, Eerste klasse en de Twenty20 Cup en vele competities op lager niveau. Er zijn bovendien aparte competities voor dames en voor de jeugd. Ook is de KNCB het instituut dat het Nederlands elftal onder zich heeft.

Tekst van bovenstaande brief:   
                          ’s-Gravenhaghe, Juli 1883 

Waarde Jaap, (Jaap van Stolk, secretaris HCC)
Ik heb het plan opgevat om op een vergadering den A.C.C. het voorstel te doen tot het oprichten van een Nederlandse cricketbond. Wat denk je ervan? Slaap er een nachtje over en kom morgenochtend (zondag) ook op de Maliebaan. Dan kunnen wij er van hier naar huis gaande breedvoerig over spreken. Ik geloof dat het uitstekend zal zijn voor de belangen van het Cricket in ons land en dat er een marge voordelen aan verbonden zijn. Spreek er voorlopig met niemand over.

Tot morgen, je vriend,
Frans, Netscher. (voorzitter HCC)
À propos. Denk erom dat je morgen ook nog f. 2,50 voor contributie moet opdokken.

“De artikelen over het cricket bij UVV zijn tot stand gekomen door de welwillende medewerking van Ingrid van der Elst van de K.N.C.B.”

 

Peter van Santen, januari 2020.