Henk Ferwerda, honkbalman van het eerste uur.

Geboren in Utrecht, 16-10-1927

lid van U.V.V. sinds 1-5-1943   
Lid van Verdienste (1998)

Je bent lid geworden van UVV op 1 mei 1943. Kende je UVV al? Door wie ben je voorgedragen?“lk werd in Hotel Noord-Brabant verwacht in kamer 10. Daar zat o.a. Van Haaren {woonde volgens mij in de Bouwstraat en verzorgde vrijwel alles op jeugdgebied).Voor de rest weet ik er niet veel meer van. Geen idee wie er ook was. lk weet ook niet of iemand mij heeft voorgedragen.

Volgens mij heb ik me zelf aangemeld. Belangrijk bij dat ballotagegesprek was dat ik op de HBS zat, dan werd je bijna altijd aangenomen. Mijn vader was al UVV-supporter sinds UVV speelde in het Wilhelminapark en hij ging vaak naar de wedstrijden van het eerste en dan ging ik mee, dus was UVV mijn club.

UVV speelde in die tijd op de Lage Weide., aan de Cartesiusweg. Het viaduct tussen de Cartesiusweg en de Marnixlaan bestond nog niet. Vanaf de Amsterdamsestraatweg kwamen we via de Concordiastraat en de overweg naar het UVV-veld.

lk herinner me nog wel dat na afloop alle toeschouwers in een lange rij op de weg langs de spoorlijn liepen met een politieagent voorop met zijn fiets aan de hand. Pas na de overweg bij de Concordiastraat mocht ieder zijns weegs gaan.”

Wat herinner je je nog van de eerste voetbaljaren?
“lk begon in de B-junioren. Ik speelde linksback. Maar verder ben ik veel vergeten.

Wij woonden in de Seringstraat. Vanuit mijn slaapkamerraam keek ik over de spoorlijn op het UVV-veld. Als ik zag dat er jongens aan het voetballen waren op het 2e veld klom ik over de spoordijk naar het veld om mee te doen. Tijdens een training daar viel ik mijn knie uit de kom. Gelukkig sprong de knie weer terug op de goede plek. Het was in de zelfde tijd, dat ook Dick Baars uit het eerste zijn knie uit de kom viel. Die werd toen naar dat kleine paviljoen naast het veld gebracht.
lk heb niet in de A-junioren gespeeld. Was ik te goed voor, Haha.”
Je bent vervroegd naar de senioren overgegaan? Wat was daarvan de reden?

“Toen de Duitsers het gebouw van onze Rijks HBS vorderden moesten wij voor onze lessen bij de A-HBS op de Van Wijckskade intrekken. Beide scholen kregen halve dagen les .
Aangezien de A-HBS in hun eigen gebouw kozen voor de ochtend, moesten wij ’s middags naar school. Ook op zaterdag, dus geen mogelijkheid om op zaterdagmiddag met de junioren te voetballen.

lk werd toen ingedeeld bij de senioren. lk meen in het 3e maar het kan ook wel het 5e geweest zijn als dat er toen ook was. lk werd als keeper aangewezen , aangezien niemand anders dat wilde. lk weet nog wel, dat er een grote plas in de doelmond lag en ik weet ook dat ik niet veel ballen heb tegengehouden.

lk heb ook in een elftal gespeeld (datzelfde?) in een wedstrijd in de Johannapolder. lk was toen allang geen keeper meer, maar verdediger. In die wedstrijd zijn we één keer over de middellijn geweest op de helft van de tegenstander en toen maakten we 1-0. Dat was heel in het begin van de wedstrijd en daarna hebben we alleen maar verdedigd en we wonnen met 1-0.”

In 1948 werd Honkbal opgericht. Speelde jij vanaf het begin mee?

“Honkbal is opgericht in mei 1948. Het bestuur was er niet enthousiast over, maar omdat Kees Hiele en Wim Bakker toen honkbalden bij DOS en ze te kennen gaven dat ze daar dan ook wilden voetballen, werd er bij UVV ook een honkbalafdeling opgericht zodat die twee bleven. Aangezien ik steeds bij DOS op de Thorbeckelaan naar het honkbal ging kijken, werd ik direct enthousiast en meldde ik me aan bij die honkbalafdeling.

De UVV-secretaris Jo Schoppenhauer nam op zich om die honkballers te begeleiden. Hij was de eerste voorzitter en hij haalde mij over om in het bestuur te komen. lk werd secretaris en ook penningmeester en ledenadministrateur. lk moest dus de opstellingen maken en zorgen dat de aanschrijvingen voor de wedstrijden bezorgd werden bij de spelers. De aanschrijvingen bezorgde ik per fiets. Later kwam ook Jo Kievit erbij als penningmeester.

Kees Hiele in het jubileumnummer 1948-1988:

“UVV moest aanvankelijk niets van honkbal weten. Er werd ’s zomers aan cricket gedaan. Dat vonden ze veel deftiger.,’ Jan Kars heeft het nog een poosje gespeeld.[….].We hebben UVV gewoon het mes op de keel gezet. We hebben ze gedwongen een honkbal-afdeling op te richten. Willem Bakker was een groot voetbaltalent bij de junioren en die dreigde overschrijving naar DOS te zullen aanvragen als hij bij UVV niet kon voetballen én honkballen. Ik had dit al gedaan. Toen ook Willem zich ging roeren, kregen ze het bij UVV Spaans benauwd. “


UVV1. 1951
Gehurkt vlnr: Ton Fresen, Rudi de Jong, Cees Hiele
Staand vlnr: Jan Kars, Wim Haars, Jo Schoppenhauer, Coco van Donkelaar, Jo Kievit, Wim Hiele, Wim Bakker, Henk Ferwerda, Ies den Daas.

De leiding van training enz. was bij de spelers zelf. lk heb van het begin af meegespeeld in het verreveld. Moeilijk voor mij was, dat ik links ben en er was geen handschoen voor een linkshandige speler. We hadden wel via het Bleesingfonds van de bond een zak vol honkbalspullen gekregen. Dat was oud materiaal uit Amerika, maar daar was geen handschoen voor een linkshandige speler bij; dus met wat wringen moest mijn hand in een andere handschoen

Hoe er gespeeld moest worden, leerden we van Kees Hiele. Die had ook altijd weer nieuwe ideeën en dan mocht ik uitzoeken of dat te doen was en of het volgens de reglementen mocht. Spelers uit die tijd: Kees en Wim Hiele, Rudie de Jong, Wim Bakker, les den Daas, Wim Haars, Tom Fresen, Jan Kars, Daan Meier (zoef de Haas, want die kon wel erg hard lopen), Coco van Donkelaar. Dat was het eerste negental en we trainden en speelden op het Voorwaartsveld, zodat we het heilige voetbalgras niet konden beschadigen. Later kwamen we op een bijveld, wat dichter bij de ‘benenkluif’ en omringd door sloten.

lk was dus vanaf het begin, 1948, secretaris, enz. en ben dat jarenlang gebleven, tot Schoppenhauer  er mee ophield en ik als zijn opvolger voorzitter werd. Overigens was ik toen al lang ook voorzitter/secretaris van de afdeling ‘t Gooi/Utrecht ,wat nogal wat werk met zich meebracht. En afgevaardigde van UVV naar de bondsvergaderingen.

lk was dus voorzitter. maar had een reuze-secretaris naast me: Joop Kruithof. En later nog  zo’n kanjer, toen ik Jenken ertoe overhaalde. Na ongeveer 25 jaar stopte ik om eerst mijn studie af te maken. In de tijd van Nico Bladt werd ik teruggevraagd , toen als secretaris.

vraag: Je bent ook jeugdleider geweest
lk was ook jarenlang jeugdleider. B.v. van de Babe-Ruthliga, Met die jeugdnegentallen ging ik op pad naar Amsterdam en Hilversum om daar wedstrijden te spelen. En ik had nog het genoegen om chauffeur te mogen zijn van mijn eigen auto om daarmee het 1e en 2e seniorenteam naar Haarlem, Amsterdam, Den Haag en Rotterdam te brengen of net waar we spelen moesten” Zo’n weekend begon op zaterdagmorgen om half acht om eerst een jeugdteam te vervoeren en als ik daar van terugkwam stond er een senioren negental te wachten om naar hun wedstrijd gebracht te worden. En als dan het 1e  thuis speelde was je nog uren lang zoet.

Vraag: Hoe kwamen al die Amerikaanse honkballers bij UVV?
De Sabres: dat was helemaal het werk van Kees Hiele. Die had contact met ze gekregen en die ging naar de basis (soms ging ik mee) om te kijken of er nog goede spelers voor ons bij waren. lk kan geen namen meer onthouden, dus…..Rearden , Duncan, Stanton. De laatste werd zelfs de UVV-er  van het jaar,  zo leefde en werkte hij mee. Er leven nog wel UVV’ers  die er meer kunnen opnoemen, zelfs met bijzonderheden.

vraag: Op enig moment ben je ook betrokken geraakt bij Softbal? Hoe ging dat?
Daar zaten ze ineens zonder bestuursleden en toen zijn Herman Kaspers en ik daar ingesprongen.lk als voorzitter. Dat heeft maar kort geduurd, een jaar? Later was er een periode, dat Marina Kaspers (Later Marina van Huisstede-Kaspers) dacht, dat zij het nog alleen kon. Hoewel ik steeds zei, dat dat best iets voor haar was. Zij vroeg me toen als voorzitter om de boel wat te leiden. Dat ging goed, totdat het voetbalbestuur een speler van ons uit een softbalwedstrijd haalde omdat zij vonden dat hij een schuld aan voetbal had. Ik protesteerde en stelde, dat dergelijke zaken via het softbalbestuur geregeld moesten worden. Toen mijn protesten door Cies Bouwens werden afgewímpeld heb ik me teruggetrokken uit het softbalbestuur.

Nu een standaardvraag: wat beschouw jij als het meest memorabele feit?
Mijn meest memorabele moment is geweest toen we in 1957 met een wedstrijd in Haarlem kampioen werden en promoveerden naar de 1e klasse. lk herinner me dat het zo spannend was, dat Coco, toen geen speler, het niet kon aanzíen en overal rond het veld rondzwierf en af en toe kwam kijken hoe de toestand was.

vraag: Je bent een onderwijsman? Hoe kwam je op de Grafische School terecht?

Ik heb de lagere school op de Thorbeckelaan 1  gevolgd en zat daar toen de oorlog uitbrak in de 6e klas. Daar hebben ze mij opgeleid voor het toelatingsexamen van de HBS. lk deed toelatingsexamen voor de christelijke HBS, en daar moest je ook als ouders nog bijbetalen. Toen de oorlog uitbrak, was Nederland in de war en kreeg mijn vader ontslag. En dus konden ze die HBS niet betalen. Dat ontslag werd snel hersteld, maar toen had mijn moeder al gevraagd of ik op de Rijks HBS mocht komen. Aangezien ik voor het toelatingsexamen was geslaagd, mocht ik op de Rijks komen. Dat is voor mij een reuzetijd geweest! lk heb jaren later, in 1966, nog mogen helpen om het feest voor te bereiden van het 100-jarig bestaan. Op de school zat ik in het leerlingenbestuur en was hoofdredacteur van de schoolkrant  “De Uitkijk”

Na de HBS ging ik naar de Kweekschool, zoals het toen heette. Omdat er onderwijzers nodig waren, werd er een spoedcursus ingesteld voor leerlingen met een HBS-diploma. Die cursus duurde maar één jaar, van 1947 tot 1948. Via de vader van mijn vriend kwam ik op 4 januari 1949 als invaller voor een zieke juffrouw op de openbare school in Austerlitz terecht. Daar ben ik anderhalf jaar werkzaam geweest. lk had daar 2 klassen tegelijk, 2 en 3, met ongeveer 40 leerlingen. lk heb daar tijdens de gymles buiten op het hobbelige terrein weer mijn knie uit de kom gevallen. Ook kreeg ik daar bezoek van een tweetal Utrechtse schoolhoofden, die mij tijdens de les beoordeelden en toen plaatsten op de zgn. lijst van bij voorkeur benoembare onderwijzers  in de stad Utrecht. Daar heeft Gerritsen , het hoofd van de Jan Nieuwenhuyzenschool aan de Pieter Bothstraat mij laten benoemen . Op die reusachtig fijne school heb ik 12 jaar gewerkt. In mei 1962 werd ik benoemd aan de Grafische School, waar ik als leraar wiskunde les. Eerst gaf ik les aan de zgn. T-stroom en later geheel aan de MTS  (nu heet het Grafisch Lyceum). Op 4 januari 1989, na precíes 40 jaar onderwijs, ging ik met pensioen.

vraag: De Tweede Wereldoorlog kwam al een paar maal aan de orde.  Kun je daar meer over vertellen?

“Ik denk dat de Gemeentelijke folder, die gemaakt is ter gelegenheid van de Kranslegging op 4 mei 2018 het verhaal goed vertelt.”

Hieronder enkele citaten ui de 4-mei-brochure.

Twee van de laatste verzetsstrijders leggen krans in Utrecht
Ze worden schaars, de nog levende Utrechters die tijdens de oorlog in het verzet. Henk Ferwerda (90) en Tessa Dhont (88) behoren tot de laatsten. Ze leggen op 4 mei op het Domplein  een kans ter nagedachtenis  aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

Utrechter Henk Ferwerda (90) verkaste jaren geleden met zijn vrouw Elly naar het mooie Maarn. Inmiddels is zijn vrouw overleden en hijzelf slecht ter been. Maar op 4 mei wil hij sowieso bij de herdenking op het Domplein zijn. Als eerbetoon aan zijn verzetsgroep.

Alles prima ….
,,We woonden voor de oorlog in de Seringstraat, achter de watertoren op de Amsterdamsestraatweg. Mijn vader was de financiële man bij Van Rijn’s Mosterd, mijn moeder was huisvrouw, ik had nog een broer.
Niets aan de hand, alles prima.

Een helse knal
“lk lag te slapen en werd opeens wakker van een hels geknal. De oorlog was begonnen. Er werd
geschoten op vliegtuigen en het afweergeschut stond vlakbij, op het UVV-veld, de mooie club waar ik nu 75 lid van ben. De volgende dag ging ik gewoon naar school, waar mijn leraar van klas 6 met ons over de oorlog praatte. Het drong nog niet helemaal door wat het betekende. lk was een kind van 12 en dus ging het leven gewoon verder.”

Ontslag vader
“Dat deze oorlog ook voor ons niet zonder gevolgen was, werd al snel duidelijk. Ik wilde graag naar de christelijke hbs, maar daarvoor moest betaald worden. En de mosterdfabriek van mijn vader zag het door de oorlog plots niet meer zitten en ontsloeg hem op staande voet. Mijn moeder liet zich niet kennen en zorgde ervoor dat ik naar de rijks-hbs aan de Kruisstraat mocht. Nu zitten er kunstenaars in ons gebouw.”

‘Rotmoffen’
,,Daar kwamen ze aan over de Straatweg: de Duitsers. Ze marcheerden Utrecht binnen om onze stad te bezetten. lk heb na zoveel jaar nog steeds dat gevoel: rotmoffen! Op een gegeven moment werd ons schoolgebouw door de Duitsers gevorderd en moest de hbs uitwijken naar de Van Asch van Wijckskade, waar we halve dagen les kregen. Maar tegen het einde van de oorlog wilde de bezetter ook dit pand hebben. We moesten maar huiswerk gaan ophalen en inleveren bij de meisjes-hbs. Dat heb ik maar één keer gedaan. lk was 17 jaar en het was veel te gevaarlijk geworden om over straat te gaan. Voor je het wist, werd je opgepakt en moest je gaan werken in Duitsland.”

Verzet
“Toen onze hbs dicht was, vonden we dat we iets moesten doen. De harde kern bestond uit vier jongens: leider Cor van Eijkelenborg, Gijs de Vos, Gerard Haars en ik. We luisterden bij Cor thuis naar Radio Oranje. Herrijzend Nederland heette het programma en zo heette onze groep ook. Het nieuws dat we hoorden, schreven we op en daarna nog een keer. We maakten er een soort krantje van voor de mensen zonder radio die we vertrouwden. 12 exemplaren maakten we in het begin. Later kregen we een banda-apparaat en zelfs een heuse stencilmachine. Die kwam uit een pand aan de Maliebaan waar de Duitsers ook zaten.”

Op het netvlies ….
“Elke dag maakten we ons krantje, behalve op 7 oktober 1944. Die dag staat nog op mijn netvlies: de grote razzia in Utrecht, bedoeld om alle jongens en mannen op te pakken voor de Arbeitseinsatz. lk lag toen onder de vloer bij familie in de Geraniumstraat en hoorde de Duitsers boven me lopen. Gelukkig zagen ze het luik onder het kleedje niet.”

Gevaarlijk
“Bij de risico’s die we namen, stonden we niet stil. We bezorgden, anderen vroegen om ook zo’n krantje, zo groeide het. Op het laatst verspreidden we 1000 exemplaren. Pas achteraf besefte ik dat we geluk hadden gehad dat nooit een NSB’er ons krantje heeft gezien. Als dat was gebeurd, had ik nu vast mijn verhaal niet kunnen doen. Dat het een gevaarlijke tijd was, werd duidelijk, toen mijn klasgenoot Michiel Balk bij een sabotagepoging werd doodgeschoten. Met enig geluk hebben we verder allemaal het einde van de oorlog gehaald.”

4 Mei
,,Het was 4 mei 1945, na 20.00 uur. De oorlog was naar verluidt voorbij, maar wij wilden het zeker weten.
Dus op naar ons redactielokaal, al was de avondklok al ingegaan. Op de Amsterdamsestraatweg stond opeens een Duitser voor onze neus. Met geweer op ons gericht duwde hij ons een portíek Ín. Het is afgelopen met me, dacht ik. Maar hij stuurde ons terug naar huis. Elke  4e mei, tijdens de 2 minuten stilte, denk ik hieraan.”


Het was klaar ….

,,De Domklokken klonken, de oorlog was voorbij, we konden weer de straat op. Er viel een last van mijn schouders. Op 8 mei hebben we nog krantjes verkocht, de opbrengst was voor de oorlogsslachtoffers.
Daarna hadden we onze taak gedaan en was het klaar.  We hebben ons niet aangesloten bij de oud-verzetsstrijders. De hbs afmaken was ons nieuwe doel. We bleven elkaar wel ontmoeten, bij UVV. Dan ging het over voetbal of honkbal, niet over de oorlog.”

Eeerbetonn
“Onlangs hoorde ik dat er verzetsstrijders  werden gezocht om de krans te leggen. Ik dacht: strijder was ik niet, maar wel in verzet. En ik leef nog. Dus wil ik het wel doen. Herdenken is belangrijk. Normaal is het te vermoeiend voor me, maar ik ga mijn best doen om aanwezig te zijn. Om mijn klasgenoot Michiel te herdenken. En als eerbetoon aan onze groepsleden die er niet meer zijn. Ik ben de enig overgeblevene die het verhaal kan vertellen.”

Maarten van der Stoep.
December 2018

 
PS
Johan Carbo heeft een bijzonder fraaie impressie van de persoon Henk Ferwerda geschreven.
Zijn verhaal “Henk Ferwerda, de innemende regenjas” is te lezen door hierop te klikken.