De roerige jaren
1922 – 1923 -1924

de viering van het 20-jarig bestaan
de degradatie naar de tweede klasse
een bestuurscrisis
een benoeming tot Erelid met kort daarna een royement
uiteindelijk toch geen degradatie
als afsluiting weer een bestuurscrisis

Zie hier de ingrediënten van een zeer onrustige periode in de geschiedenis van de Utrechtse voetbalvereniging U.V.V. De directe aanleiding tot de bestuurlijke crisis was een ‘Motie van Vertrouwen’:
“De Algemeene Vergadering van U.V.V., op 2 juni 1923 in “Centraal” bijeen, spreekt vertrouwen uit in het tegenwoordige Bestuur en draagt het Bestuur op, die personen het lidmaatschap der vereeniging op te zeggen, die tegen deze motie stemmen en geeft het Bestuur opdracht, ook diegenen, die zich tegen den goeden gang van zaken systematisch verzetten, het lidmaatschap der U.V.V. op te zeggen.”
Onder tegenstemmers bevond zich ook het in de vorige vergadering benoemde Erelid, de heer van Kuijk.

U.V.V. heeft in haar lange geschiedenis vele besturen zien komen en gaan. En lang niet altijd ging dat zonder conflicten.  Maar de gebeurtenissen in 1923 spannen toch wel de kroon.
We zullen proberen iets meer te vertellen over deze periode in de clubgeschiedenis.
Helaas zijn er geen officiële notulen of andere bestuurlijke stukken meer beschikbaar. Maar gelukkig hebben we wel de beschikking over de complete jaargangen van het clubblad, het ‘U.V.V.-Nieuws’ en een aantal stukken uit nalatenschappen van oud-leden. En in het ‘Gedenkboek 1902-1927’ halen direct-betrokkenen herinneringen op.
In de Utrechtse samenleving nam U.V.V. in deze jaren een vooraanstaande plaats in. En dat betekende, dat het ‘Utrechts Nieuwsblad’ de zaken op de voet volgde en daarvan bijna dagelijks verslag deed. In het Utrechts Archief zijn deze kranten te lezen. Dat de motie ook landelijk de aandacht vroeg, bewijst een artikel in de N.R.C..

Seizoen 1922-1923
Het seizoen 1922-1923 begon met veel festiviteiten, want de U.V.V. bestond 20 jaar. En dat werd groots gevierd een receptie, een diner, een fakkeloptocht door de stad, een Oudejaarsviering, een gekostumeerde wedstrijd en tot besluit een erewedstrijd van U.V.V tegen N.A.C. uit Breda.

Sportief werd 1922-1923  een zeer moeilijk seizoen.
U.V.V. speelde sinds 1913 in de hoogste afdeling van het Nederlandse voetbal. In het seizoen 1921-1922 wist U.V.V. zich nog te handhaven. Maar aan het eind van het seizoen 1922-1923 stond U.V.V. onderaan en volgde degradatie naar de 2^e klasse.
En dit feit liet de club niet onberoerd. Er werd naar oorzaken gezocht en veel leden wezen het bestuur als hoofdverantwoordelijke aan. 
Maar wat men toen nog niet wist ……..…………, was het feit, dat de N.V.B. (de latere K.N.V.B.) in de zomer na veel ruzie en zeer veel vergaderingen zou besluiten tot een herindeling. En dat U.V.V. eerste-klasser zou blijven!!

Aan de vooravond van de jaarlijkse Algemene Vergadering in mei riepen verontruste leden op tot kalmte. En niet zonder retoriek schreef de columnist ‘Erfgooier’ in het clubblad ‘t Is bij U.V.V. niet altijd voorspoed’, daarbij verwijzend naar het clublied. Trainer Heinrich Schwarz schreef bemoedigende woorden onder de titel ‘Onze toekomst is de jeugd’.

Terug naar het voorjaar van 1923
Ondanks de bemoedigende woorden werd het bestuurlijk een moeilijke zomer.
Er volgde een hele reeks Algemene Ledenvergaderingen.

Eerste Algemene Ledenvergadering, zaterdag 24 juni 1922; 20.00 uur
Op de agenda stonden een reglementswijziging, een bestuursverkiezing en de benoeming van de Elftalcommissie.
Tijdens deze vergadering vond de bestuursverkiezing plaats. Het bestuur wordt herkozen: R.O. Bottinga, W. Pohle, H.K.A. van de Vooren, H.C. van Kuijk, J.C. Verthoren, T.C. Lobel, B. Noordhoff, L.D.E.J. Kramer, W.J.H. van de Kamp.
Tot besluitvorming over de Reglementswijzing kwam het niet en daarom werd een vervolg-vergadering uitgeschreven.

Buitengewone AV; 6 juli 1922
Dit was in feite een voortzetting van de AV dd 24/6
De voorgestelde Reglementswijzigingen kwamen nu aan de orde.
Een belangrijk strijdpunt bleek het voorstel om het bestuur voortaan de Elftalcommissie te laten benoemen.
De Algemene Vergadering was het daar mee oneens en achtte het haar taak om alle commissies te benoemen en dus ook de Elftalcommissie.
Er werden amendementen ingediend en de benoeming van de Elftalcommissie bleef voorbehouden aan de Algemene Vergadering.

Buitengewone AV op zaterdag 22 juli 1922; 20.00 uur
Deze vergadering was noodzakelijk, omdat de heren Walsmit en Das  tussentijds waren afgetreden. Ook de heren R.O. Bottinga, H.K.A. van de Vooren en W. Pohle stelden hun mandaat ter beschikking. Er was dus duidelijk een bestuurscrisis.
Op de agenda stonden twee punten: bestuursverkiezing en de viering van het twintigjarig bestaan. Wel twee heel verschillende punten.
De vacatures werden opgevuld met de heren W.J.H. van de Kamp en L.D.E.J. Kramer.  En de andere drie bestuursleden werden herkozen.

De rust was ogenschijnlijk teruggekeerd. Maar die hoop bleek ijdel.
Op een volgende AV kwam het tot een uitbarsting. En weer kwamen er bestuurlijke problemen. En deze kwamen in volle omvang naar buiten op de AV op zaterdag 26 mei 1923 in Hôtel de l’Europe.

 “… het kwam tot meerdere onverkwikkelijke scènes: er werd over de verhouding tusschen bestuur en elftalcommissie en later bij de benoeming dier laatste zooveel gesproken, dat de vergadering voortgezet moest worden op den volgenden Zaterdag, den 2den Juni 1923”
Er was veel ruzie over de samenstelling van de Elftalcommissie. Maar sinds de vorige Reglementswijziging was dit geen Bestuurszaak!
Het bestuur werd gekozen: R.O. Bottinga, W. Pohle, H.K.A. van de Vooren, F.J. Rodrigo, J.C. Verthoren, T.C. Lobel, B. Noordhoff, L.D.E.J. Kramer, W.J.H. van de Kamp.
Door Dhr. van Doorn werd een motie ingediend, waarin de houding van het bestuur jegens de elftalcommissie in het afgelopen seizoen werd betreurd. De motie werd met een kleine meerderheid aangenomen.
Aan het eind van de vergadering werd Dhr. H.C. van Kuijk benoemd tot erelid. Met algemene stemmen.
Maar er was nog geen Elftalcommissie! Dus werd de vergadering voortgezet op 2 juni.

AV op zaterdag 2 juni 1923; “Centraal”; 20.30
Vervolg van de algemene vergadering van 26 mei 1923.
Tijdens deze vergadering werd uiteindelijk een elftalcommissie gekozen. En deze bestond uit de heren: B. Baars, W. Buitenweg, J.L.D. Driehuis, L. Kramer en J.C. Verthoren.
Tijdens deze vergadering werd een Motie van Vertrouwen ingediend.
“De Algemeene Vergadering van U.V.V., op 2 juni 1923 in “Centraal” bijeen, spreekt vertrouwen uit in het tegenwoordige Bestuur en draagt het Bestuur op, die personen het lidmaatschap der vereeniging op te zeggen, die tegen deze motie stemmen en geeft het Bestuur opdracht, ook diegenen, die zich tegen den goeden gang van zaken systematisch verzetten, het lidmaatschap der U.V.V. op te zeggen.”
Elf leden hadden de moed om tegen de motie te stemmen.
Bestuur voerde de motie heel stipt uit en maakte van de gelegenheid gebruik om nog twee, in hun ogen lastige, leden het lidmaatschap te ontzeggen.
De elf tegenstemmers plus de twee ‘lastige’ leden kregen een brief, waarin hun lidmaatschap werd opgezegd.
Eén van de dertien was H.C. van Kuijk, die op de vorige vergadering (26 mei 1923) tot Erelid was benoemd!

Hieronder de brief aan één van de dertien ‘uitgeworpenen’, zoals ze in de krant genoemd werden.

WelEdeleHeer,
Hiermede bevestigen wij onzerzijds het besluit van de Algemeene Vergadering van 26mei/2 juli 1923, waarbij U door Uw tegenstemmen bij de vertrouwensmotie in het Bestuur een einde hebt gemaakt aan uw lidmaatschap van U.V.V.

Hoogachtend
Het Bestuur van U.V.V.
H.K.A. van de Vooren
Secr/penm

 Den WeledeleHeer
S.J.P. van de Werve
Kievitdwarsstraat 26
Utrecht

De gevolgen van deze acties waren voorspelbaar.
Allereerst verschenen in het Utrechts Nieuwsblad bijna dagelijks artikelen over de situatie bij UVV. Maar ook landelijk trok de situatie bij U.V.V. de aandacht.

Het bovenstaande artikel verscheen in het Utrechts Nieuwsblad. op 9 juli 1923
Het onderstaande artikel verscheen in de NRC.

De dertien geroyeerde leden hebben juridische bijstand gezocht.

Het Bestuur van U.V.V. trok haar conclusies en kon aan de raadsman van de 13 ‘uitgeworpenen’  berichten, dat ‘deze heeren weder in alle rechten en verplichtingen, aan het lidmaatschap der U.V.V. verbonden, te herstellen”.

Op 16 juli werd weer een Algemene Vergadering gehouden.

Het Utrechts Nieuwsblad kopte met ‘De vrede in de U.V.V. teruggekeerd’

De Heer H.K.A. van de Vooren bedankt als lid (UN25/6).

Maar het bedanken voor het lidmaatschap was van korte duur: hij keert weer terug in het Bestuur na de verkiezing op 24 Augustus 1923.

En weer was er een Algemene Vergadering; vrijdag 24 augustus 1923
Bestuursverkiezing: R.O. Bottinga, W. Pohle, H.K.A. van de Vooren, F.J. Rodrigo, W.M. Buitenweg, H.G. Hoppener, W.J.H. van de Kamp, B. Noordhoff, J.C. Verthoren
De heren L.D.E.J. Kramer en T.C. Lobel wensten niet meer voor een benoeming in aanmerking te komen.

“Nogmaals werd het conflict in der minne geschikt.”
Maar ook nu was de vrede van korte duur.

UVV blijft eerste-klasser
Op 3 september 1923 kwam het grote nieuws: U.V.V. blijft eerste-klasser.
In de maanden juni, juli en augustus is er veel vergaderd door de W.E.K. (= Westelijke Eerste Klassers).
Behalve UVV was ook HVV gedegradeerd. De N.V.B. (=Nederlandse Voetbal Bond) streefde naar een nieuwe competitie-indeling. Een indeling met minder eerste-klassers.
Met name de Westelijke-Eerste-Klassers  hadden hier grote moeite mee. Ze dreigden zelfs met een eigen competitie als de N.V.B. zich niet soepel zou opstellen ten aanzien van hun wensen. Tot de W.E.K. behoorden o.a. Sparta, HVV, Ajax, Feijenoord, RCH, Haarlem, UVV.
De twee westelijke eerste klassen zouden voorlopig bestaan uit 10 verenigingen.
Door dit besluit hoefden H.V.V. en U.V.V. niet te degraderen.

Het Utrechts Nieuwblad publiceerde op 4 september de nieuwe competitie-indeling van de eerste klasse.

In het UVV-Nieuws van september 1923 stond een korte mededeling (zie boven) over het behoud van het eerste-klasse-schap. Opvallend, dat een begeleidende tekst ontbrak.
Kennelijk nam men het feit voor kennisgeving aan.

De competitie 1923-1924 begon met de wedstrijd UVV-ODS, die met 5-1 werd gewonnen.
Het seizoen verliep redelijk, getuige de eindstand.

In het voorjaar van 1924 werd er weer een Buitengewone Algemene Vergadering vastgesteld.

Buitengewone AV, 10 maart 1924

Aanleiding was de door het bestuur uitgesproken straf over twee leden: L.M. van Rhijn en W. Tap.
De straf werd niet goedgekeurd door de Algemene Vergadering.
Het gevolg was dat vijf bestuursleden hun functie neerlegden:  R.O. Bottinga, W. Pohle, L.K.A. van de Vooren, F.J. Rodrigo, W.M. Buitenweg.

Wederom een Buitengewone Algemene Vergadering (4 april 1924; Noord-Brabant; 20.00)

Agenda: bestuursverkiezing

Deze bestuurscrisis was aanleiding voor enkele bestuursleden om te bedanken als lid van de U.V.V.: R.O. Bottinga, W. Pohle, L.K.A. van de Vooren, D. Buitenweg en W.M. Buitenweg.

De onderstaande heren werden gekozen en vormden het bestuur.

En hiermee sloot U.V.V. een zeer turbulente periode af.

Maarten van der Stoep, november 2016