In Memoriam over Riek van Fulpen-Bertram.

 

 

Het stuk is eerder verschenen in de Oud-Utrechter.
Met toestemming van de auteur is het hieronder afgedrukt.

Riek van Fulpen – Bertram

Rood en wit geblokt: strenger in het geloof dan de hele Veluwe bij elkaar.

 Ik had nooit zo heel veel met softbal, anders dan met honkbal. Maar in die gouden jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw kon je bij UVV ook niet om het softbal heen, en zeker niet om Riek van Fulpen. Ze was pitcher en wat voor één. Ik herinner me haar als de beste softbalster bij UVV ooit. Heeft iemand haar nadien overtroffen? Ik geloof het niet, ik weet het eigenlijk wel zeker. Riek was de dochter van Flip Bertram en Flip was met UVV strenger in de leer dan alle gelovigen op de Veluwe van de zwartekousenkerk bij elkaar. Riek groeide op met UVV. Met voetbal. Eerst voetbal. Veel voetbal. Daarna ook honkbal. Het werd softbal. De beste ooit. De beste Wild Cat. Streng gelovig waren ze, de Bertrams. Streng in rood en wit geblokt.

Herinner me een aardig voorval van destijds bij UVV. Riek woonde met haar ouders in de buurt van het Wilhelminapark in Utrecht. Ergens bij de Adriaan van Ostadelaan. Aan de Mecklenburglaan als ik me niet vergis. De familie Bertram had een hond. Die hond werd ziek, behoorlijk ziek, en het was zaterdag. Riek moest op zoek naar een dierenarts met weekenddienst. Had ze er uiteindelijk één gevonden. Gaf ze de naam en zijn adres door aan haar vader. Oh nee, geen sprake van, dan moest hun zieke hond maar tot maandag wachten. Want die dierenarts van de weekenddienst was van Hercules, dé voetbalconcurrent van UVV waaraan de oude Flip (behalve voetbal meer van cricket dan van honkbal en softbal) een gloeiende pesthekel had. Er kwam geen enkele Herculaan met zijn tengels aan de hond van Flip. Zo van: wie lid van Hercules was had vuile handen gemaakt. Inwendige pijn was beter te verdragen dan je overgeven aan de gunsten van een Herculaan. Want dan ging je vreemd. Nee, erger nog: je heulde met je allerergste vijand, je was een collaborateur. Riek zou nog hebben aangeboden de hond dan maar alleen naar de Herculaan te brengen, zonder haar vader dus. Kon ze mooi vergeten. De geloofsbelijdenis om in geen enkel opzicht zaken te doen met Herculanen had Flip behalve voor zichzelf ook afgelegd voor zijn vrouw, zoon en dochter. Daar viel niet aan te tornen. Doet me denken aan wat mijn bevriende geluidstechnicus Cees Muit me laatst vertelde. Hij had een oom die van Sparta was en die zijn hele leven op Spangen woonde. Die oom ging in een Volkswagen met zijn jonge gezin dwars door Rotterdam naar Zeeland voor een vakantie. Haamstede of iets dergelijks. Moesten ze noodgedwongen wel langs de Kuip van Feyenoord in het voor hem braakneigingen veroorzakende stadsdeel Zuid. Kregen alle inzittenden even tevoren van oom het bevel hun handen voor hun ogen te houden. De andere kant op kijken mocht ook. Als er maar geen oogcontact was met Feyenoord. Uit zo’n zelfde omgeving kwam ook Riek, maar bij haar draaide de gekte om UVV.

Ik weet nog dat ik als jochie keepte bij de aspiranten van UVV en dat de oude Flip eens in een lange beige regenjas bij een miezerig regentje op veld-3 achter mijn doel stond. Ik werd stapelgek van die man die maar niet ophield aanwijzingen te geven. Het waren meer commando’s als bij de cavalerie. Alsof die kleine driftkikker een paard stond te drillen, zo voelde ik me. Hij is al een eeuwigheid dood, maar ik zou zijn stem nog steeds uit duizenden herkennen. Liet ik een bal per ongeluk tussen mijn benen glippen het doel in. Ik dacht dat die oude Flip een hartaanval kreeg. Eén geluk: de tegenstander was niet Hercules maar Kampong, net even minder catastrofaal. Hercules dat zou ambulancewerk geworden zijn. Zelfs bij een voetbalwedstrijd van 10-jarigen liep bij Flip de bloeddruk nog angstaanjagend naar recordhoogten op. Overigens vertelde hij me eens jaren later dat ie heel goed kon relativeren. Over zelfbeeld gesproken.

Ik weet niet of Riek de traditie van thuis in de daarop volgende jaren heeft voortgezet, in die mate bijvoorbeeld – ik weet wel dat ze net als haar vader zeer fanatiek was, bloedfanatiek ronduit, rechtlijnig ook, uitgesproken rechtlijnig, een mopperkont als een wedstrijd niet liep zoals ze wilde, maar een op en top sportvrouw. Een Ranomi Kromowidjojo. Maar dan net een slag lichter van teint, en niet in het water, maar veruit de beste op grassprieten en het oranjerode gravel. Zij bracht UVV naar de hoofdklasse softbal met voor de rest uitsluitend Haarlemse clubs. Een doorbraak. Niemand anders dan werpster Riek van Fulpen zette eind jaren ’60 en beginjaren ’70 het Utrechtse softbal op de landelijke kaart. Ik herinner me uit die tijd Line Klein, Henk Konings, zijn vrouw Mien, de Brevetten, Loes en Ingrid van Reenen, of was het met een h?, ik herinner me José Janssen, dubbel s dat weet ik zeker, catcher Eerdmans van wie ik de voornaam niet meer weet, en wie allemaal niet – maar allen figureerden ze in de onmiddellijke nabijheid van werpster Riek van Fulpen. Ze waren slechts gedweeë boterbloemen – madeliefjes zo men wil – rond een statige alle aandacht opeisende majesteitelijke boom. Ik herinner me haar man René met kindertjes en veel speelgoed, en een hond aan de riem achter de back stop op sportpark Hoge Weide dat later Verthoren ging heten. Het zal vast en zeker niet de hond van de oude dogmatische Flip zijn geweest. Al overleefde die de potsierlijke dierenartsonthouding gelukkig wel. Groot fan van Riek was onherroepelijk bondsarchivaris Leseman. Als haar naam viel werd hij lyrisch.

Riek was eveneens een buitenboordmotor bij het hockey van Voordaan. Ook daarmee haalde ze vaak de maandagkrant. Ook in hockey blonk ze uit. Later mepte ze er op los bij de golfvereniging van Nieuwegein. De laatste jaren zweepte ze langs de lijn als oma haar kleinkinderen op bij hun sportwedstrijden. ‘Geef hem toch een rotschop! Nee, niet die arme jongen verdomme, idioot, die bal natuurlijk, ik bedoelde die bal’. Ook voor Marijke Brevet was Riek van Fulpen de koningin van het bal. ‘Een eer om met haar te spelen. Maar ik was wel een beetje bang voor haar, ik was een tikkeltje onzeker om in haar buurt fouten te maken, op het derde honk bijvoorbeeld, ze gaf je er dan ongenadig van langs, deed ze gewoon waar iedereen bij stond’.

De afgelopen week overleed ze, 74 jaar oud, aan borstkanker. Haar crematie was gisteren. De oud-voorzitter van hockeyclub Voordaan uit Groenekan voerde het woord. Hetgeen ook gold voor de voorzitter van de Nieuwegeinse golfclub.  In een UVV-museum had Riek van Fulpen zeker geglorieerd. Naast andere coryfeeën als Kees Hiele, Jan Kars, Line Klein-Desta, Henk Heinen, Peter Terstall en verder nog een hele batterij smaakmakers – grondleggers van zoveel kijkplezier die er ’s zomers telkens weer een familiefeest van maakten bij UVV. Hopelijk verrijst er hoe dan ook ooit nog eens op de luxueuze nieuwe accommodatie Paperclip in Vleuten een eregalerij. Een uitstalling van hoe het ooit allemaal begon en het zich ontwikkelde. De bevlogen jaren ’60 en ’70 bij het honkbal en softbal van UVV bijvoorbeeld waren om nooit meer te vergeten. Ken en koester je clubklassiekers, huidige generatie!

Hopelijk maakt UVV toch werk van zoiets als een trots en veel nieuwsgierigen lokkend Utrechts honk- en softbalmuseum waarin de vele hoogtepunten naar harte lust kunnen worden terug beleefd. Daarvoor immers kan de club bogen op een veel te mooie indrukwekkende historie. Want dat staat gewoon als een huis! Nog geen museum helaas, en ook niet de aanzet daartoe? Dan deze aflevering in mijn serie blogs als een welverdiende ode aan de rechter arm van de softballende snelheidsmaniak Riek Bertram, later Riek van Fulpen. De arm waarmee ze – met op de millimeter nauwkeurige worpen – uit de heup schoot en waarmee deze sportheldin met haar andere ‘provincialen der Wild Cats’ een verbluffend einde maakte aan de schier onaantastbare hegemonie van Haarlem in het Nederlandse softbal. Het was een knap staaltje.