Tom Stamer,

 honkbalman in hart en nieren

In het voorjaar van 2019 had ik een aantal gesprekken met Tom Stamer over zijn honkbalcarrière en UVV.
Hieronder een verslag.

Maarten van der Stoep

Tom laat ik beginnen met woord van dank. Je hebt me als voorbereiding op dit gesprek je plakboeken (7 stuks) ter inzage gegeven. Met heel veel plezier heb ik een groot deel van de honkbalhistorie van UVV langs zien komen. En meer dan dat: veel herinneringen aan een roemruchte tijd. En uiteraard jouw rol daarin.
Hieronder zullen we op een aantal aspecten nader ingaan.


Een opmerking over de plakboeken.

Mijn vader heeft misschien twee wedstrijden van mij bezocht, maar hij knipte alle verslagen uit de kranten (UN, NUD). Aan hem heb ik de plakboeken te danken.

Je werd geboren in Haarlem op 4 mei 1942. In die stad werd je lid van HFC Haarlem Speelde je voetbal én honkbal?

Tot en met 1957 speelde ik honkbal én voetbal bij HFC Haarlem.
Daar heb ik nog training gehad van de legendarische Kick Smit.
In de 50-er jaren van de vorige eeuw was honkbal al zeer populair in Haarlem.
Vooral de wedstrijden tussen H.C.C. en O.V.V.O. werden zeer goed bezocht.
Bekende werpers waren Jan Smit (HHC0 en Han Urbanus (OVVO).

 In 1957 verhuisde je naar Utrecht. Op je aanmeldingsformulier kom ik de namen tegen van Velox, Hercules en UVV.
Terugkijkend: wat kan een mens zich vergissen? Wat herinner je je nog van die aanmeldingen? Wilde je voetballen én honkballen?

In 1957 zijn we verhuisd van Haarlem naar Utrecht.
Via vrienden werd ik lid van Velox en later van Hercules.
Bij Velox speelde ik in de B-junioren en later bij Hercules in de A-junioren, het 2e en een enkele keer in het 1e voetbalteam.
Mijn honkbaltijd begon in 1958.
Ik werd door Kees Hiele van de straat geplukt.
Zonder lid te zijn van UVV heb ik enkele wedstrijden gespeeld in het honkbalpak van Jan Bossenbroek en onder zijn naam.
Bij UVV wilde ik alleen honkballen.
Toen ik mij officieel aanmeldde moest ik bij de ballotagecommissie verschijnen. Daar werd aanvankelijk bezwaar gemaakt tegen mijn lidmaatschap.
Leuk dat jullie de aanmeldingsstukken hebben gevonden.

Uiteraard begon je in de jeugdteams. Kun je iets vertellen over het eerste negental waarin je speelde? Positie? Leider? Medespelers?

In 1958 begon ik in een juniorenteam als catcher met Peter Terstal als werper en Kees Hiele als coach.
In dat seizoen was ik een regelmatige bankzitter bij het 1e team.

In de tijd, dat jij jeugdspeler was, waren Kees Hiele en Jan Kars de wegbereiders van UVV op landelijk niveau. Daarbij gesteund door de Amerikanen van Soesterberg. Dat is ook de tijd, dat UVV het eerste echte honkbalveld aanlegde. Ik herinner me de meewerkende Amerikanen. Maar namen heb ik er niet bij.

Het officiële honkbalveld op de Hogeweide werd aangelegd met hulp van veel UVV-leden, zowel honk- als voetballers.
Ook de Amerikaanse spelers van de vliegbasis Soesterberg hielpen mee bij de bouw. Jim Stanton sjouwde vele avonden met een kruiwagen.

 Kees Hiele en Jim Duncan (rechts)

Wanneer speelde je je eerste wedstrijd in UVV-1? Welke wedstrijd, positie, coach, medespelers?
Mijn eerste officiële wedstrijd was tegen Ajax. In 1959.
Ik was buitenvelder.
Het team bestond uit: Kees Hiele, Jan Kars, Harry Bos, Jack Keja, Adri en Wim Hiele en de Amerikanen Jim Stanton en Eigen Williams.

Ik las ergens, dat Wim Onderstal, de Feijenoordman, van jou een  catcher maakte. Voordien was je korte stop. Was dat echt zo verrassend?
Nou, eigenlijk is het wat anders gegaan.
Ik was altijd catcher geweest. Maar door de komst van Rob Rijnders ben ik door coach Jan Kars tot korte stop gemaakt.
Pas in de 70-er jaren werd ik weer catcher. Onderstal was toen de coach.

Hieronder een drietal teamfoto’s. De eerste uit 1961, de tweede uit 1973 en de derde uit ???? Kun jij de namen nog noemen van de spelers?

1964
Staande vlnr: Kees Hiele, gastdocent Raleigh Johnson, Jan Kars, Rob v.d. Linden, Jan van Ewijk, Hazey Meredith en John Clark
Gehurkt vlnr: Kenny Tynen, Peter Janssen, Rob Rijnders, Wim v.d. Ster, Arie Hagen en Tom Stamer

1973

Staande vlnr: Robbie Meyer, Roley Wout, Henk Heinen, Jan Dalmeyer, Peter Janssen, Hennie Jenken,, Tom Stamer, Cies Bouwens
vlnr: Ruben Leysner, Harold Wout, Hans v.d. Mars, Tom van Zijl, Jos Kervers, Joop Maalsté, Peter v.d. Ster.

19??

Staande vlnr: Wim Ondersta, Tom Stamer, Eric David, Harold Wout, Ton Camue, Hans v.d. Mars, Roley Wout, Henk van ‘t Klooster

Geknield vlnr: Ruud Kok, Jan Lodder, Tom van Zijl, Jan Dalmeijer, Michael Davidson, Frank van Krimpen.

 Johan Carbo schreef: “Stamer maakte werpers groot. Maalsté is daar hét voorbeeld van. Een catcher in dienst van zijn pitcher.” Kun jij een leek uitleggen wat Johan hier bedoelt?

Een catcher is het verlengstuk van zijn coach op de bank en leider van het binnenveld.
Hij geeft de tekens en welke defensieve tactiek er wordt gespeeld

Ik vond de bijgaande krantenknipsels over jou als slagman (links 1975, rechts 1976) . Kun jij bij benadering zeggen hoeveel homeruns jij in UVV1 geslagen hebt? Wat is het geheim van een goede slagman?

Homeruns slaan is een kwestie van oog-hand-coördinatie, kracht en vooral ervaring.
De meeste homeruns heb ik dan ook in de laatste 4 jaar van mijn actieve periode geslagen.
Ik heb met houten en aluminium knuppels geslagen.
Door de bondsarchivaris Cees Leseman is vastgesteld, dat ik in de officiële wedstrijden voor UVV 85 homeruns heb geslagen. In UVV1 speelde ik ca 510 wedstrijden.

De traditionele ontvangst van de man die de homerun sloeg.
Hier Tom Stamer (nr 30)

 Tom en Line Kleijn, een paar apart. Zeer belangrijk voor UVV-honkbal en veel invloed op de gehele club. Hoe kwamen zij bij UVV terecht? Welke herinneringen heb jij aan ze?

 

Aan de familie Kleijn bewaar ik warme herinneringen.
Line was mijn 2e moeder.Veel zaken werden op de Lessinglaan bekokstoofd.
Ton en Line kwamen uit de zwemwereld.
Ik weet eigenlijk niet hoe ze bij UVV zijn gekomen.
Het kan goed zijn, dat zij als ouders van Jan Hans bij de club betrokken werden.
Line is de oprichtster van de softbalafdeling.
Dochter Carry werd ook softbalster.

 Zelf het moment bepalen, wanneer je ergens afscheid van neemt, is belangrijk. Wat was voor jou het moment of de reden, dat je besloot om te stoppen met top-honkbal?

Het besluit tot stoppen was genomen omdat 2 of 3 wedstrijden per week uiteindelijk teveel werd.
De hele middag op de knie zitten ging niet meer
Na elke wedstrijd werd de knie dikker. Tijdig herstel lukte niet meer.
De jaren gingen tellen; ik was 37 jaar toen ik stopte.

Het laatste seizoen waren Roley Wout en ik de veteranen, maar wel met een heel mooi slaggemiddelde!
Ze noemden mij de ‘opa’ of ‘de snor’

Als je nu terugkijkt, wat was dan je belangrijkste wedstrijd? Of denk je eerder aan de belangrijkste periode? Vertel er eens wat over.

Dit is eigenlijk een lastige vraag.
Ik wil onderscheid maken tussen enkele facetten in mijn actieve honkbalperiode.

De belangrijkste wedstrijd is tegen Feijenoord geweest, waar ik 3 homeruns sloeg.

Maar zeer opmerkelijk was de wedstrijd in 1976 tegen De Spartaan. Het werd een ‘Perfect Game’: een wedstrijd waarbij geen enkele Spartaan op de honken is geweest. Dat was echt een geweldige prestatie van onze werper, Ruud Kok.

Maar het allerbelangrijkste van mijn honkbalperiode bij UVV zijn alle hoogte- en dieptepunten geweest, die ik met vrienden heb beleefd. Hierbij noem ik ook de fanatieke aanhangers (vooral voetballers) en onze vrouwen, die met liefde al deze wedstrijden mede hebben mogelijk gemaakt

In Het Parool (2-8-1986) zei bondsbestuurder Jules de Pierre, dat Honkbal in Nederland nooit een grote sport zal worden. Daarvoor is het te moeilijk. Voetballen kan iedereen. Kun jij verklaren, waarom dat in de Verenigde Staten en Cuba anders ligt?

Honkbal is geen onderdeel van onze cultuur, zoals voetbal bijvoorbeeld.
Dit in tegenstelling tot de Verenigde Staten, Cuba en de Antillen.
De populariteit van honkbal is sterk teruggelopen.

De oorzaken? Het weer bij ons werkt niet mee.
Er is een relatief korte periode waarin gespeeld kan worden.

De zomermaanden zijn uitermate geschikt voor honkbal, maar dat zijn ook onze vakantiemaanden.

Ik vond in het archief ook de uitnodiging voor de rayonwedstrijd Haarlem – Utrecht in 1963

Hieronder een hele bladzijde uit jouw plakboek. De Wild Cats een verhaal apart. Rob Rijnders en jij waren de coaches.
Geef eens wat commentaar bij de deze bladzijde. En graag de namen op de foto.

UVV Wild Cats.
Rob Rijnders en ik waren coaches. In een paar jaar bereikten we de hoofdklasse.
Dat gebeurde vooral door het fenomenale pitchen van Riek van Fulpen-Bertram en de slagkracht van de andere speelsters (veelal hockysters).
Op de foto.
Staand vlnr Ingrid van Reenen, wijlen Riek Bertram, coach Rob Rijnders, Loes Janssen, wijlen Line Klein-Desta, coach Tom Stamer, Lil Rutten, wijlen Hanneke Houtman,
Zittend vlnr Jose Janssen, Anneke Prins, wijlen Jannie Brevet, Loes van Reenen, Hannie Helweg, Marijke Oskam, Sonja Meijer.

Je bent ook jaren lid geweest van de Verenigingsraad van de asvUVV. En belangrijker: voorzitter van Honkbal-UVV.

UVV’s nieuwe voorzitter Tom Stamer: “Er heeft bij ons een bezinning plaats gevonden”.

 In die periode was UVV mede-organisator van het WK in 1986.
Vertel eens wat over die periode.

In die periode was ik voorzitter Honkbal. Samen met Jan Kars en Rob Hoogkamer hebben we het Wereld Kampioenschap in Utrecht georganiseerd.

Dit WK gaf ons de mogelijkheid om een nieuw veld aan te leggen met een nieuwe lichtinstallatie en een elektronisch scorebord. En alles werd betaald door de Overheid: Gemeente Utrecht (veld), Provincie (scorebord) en het toenmalige ministerie van VVS (lichtinstallatie).

Alles werd betaald is wat overdreven; de fundering van de lichtinstallatie is gemaakt door eigen mensen.

De bovenstaande foto is genomen in het paviljoen tijdens het presenteren van onze plannen.
Daar waren alle deelnemende partijen aanwezig.
Zo ook de commandant van de vliegbasis Soesterberg.

In de aanloop van verhuizing van UVV van de Hogeweide naar De Paperclip maakte ik kennis met een duo, dat in eerste instantie de schadeloosstelling in beeld bracht.  Vertel eens iets over dat project? Was er een rolverdeling tussen Jan en jou?

In de Operatie Verhuizing naar De Paperclip hebben Jan Kars en ik nauw samengewerkt met Kees Bos en Ton Lamers.

Als voorbereiding op de schadeloosstelling van de Gemeente hebben we een taxatie gemaakt van de eigendommen. En dat deden we op basis van de vervangingswaarde. Dit strookte niet met de taxatiemethodiek van de Gemeente en dat leidde tot heftige discussies.

Op basis van onze taxatie is het Algemeen Bestuur van UVV – Marina, Hans en Maarten – erin geslaagd een reële vergoeding te bedingen bij de Gemeente Utrecht.

We hebben in dezelfde samenstelling een ontwerp gemaakt van het sportpark op basis van de aangeboden ruimte in Leidsche Rijn.

Het ontwerp betrof de velden voor voetbal en honk- en softbal en tennis. En de ruimte die beschikbaar was voor het gebouw. De plannen voor het gebouw zijn door het Algemeen Bestuur ontwikkeld.

Mede door de bouwcrisis en slim onderhandelen met de Gemeente en de aannemer hebben we de kosten laag kunnen houden, waardoor een behoorlijk positief resultaat werd bereikt.

De rol tussen Kars en mijzelf was simpel: mijn bouwkennis en ideeën en Jan trappend op de financiële rem. We zijn daarbij zeer goed ondersteund door Kees Bos en Ton Lamers.
Veel geld is bespaard op de aanleg van de lichtinstallatie op het hele park.

Na de opening van De Paperclip ontstonden er problemen in het Algemeen Bestuur. Op enig moment werd er een beroep op jou gedaan om voorzitter te worden. Daaraan heb je gehoor gegeven, met daarbij een duidelijke doelstelling. Je doel was om de verschillende afdelingen van de asvUVV volledig autonoom te maken. Kun je aangeven wat daarbij de drijfveren waren?

Door de bestuurlijke problemen werd ik gevraagd voorzitter te worden van de asvUVV.
Ik wilde dit alleen doen als alle afdelingen omgebouwd zouden worden tot zelfstandige verenigingen onder de paraplu van de asvUVV.
Reden hiervoor waren de risico’s die afdelingen liepen als in een afdeling een financieel probleem zou ontstaan, dat door de andere afdelingen gedekt zou moeten worden. Denk aan de financiële misère bij honk- en voetbal in de jaren tachtig.

Ook cultuurverschillen tussen honkbal, voetbal en tennis speelden een rol.

Op enig moment trad je toe tot het bestuur van de VSU (Vereniging Sport Utrecht). Welke functie had je?
Kun je iets vertellen over de projecten waarmee jullie actief waren?

Op verzoek van Cies Bouwens ben ik hem opgevolgd als vice-voorzitter van de Vereniging Sport Utrecht (V.S.U.)
Tien jaar lang heb ik meegewerkt om de verhoudingen tussen de Gemeente Utrecht en de Utrechtse sportverenigingen te verbeteren.
Hierbij moet je denken aan de huurtarieven, belang van sport voor de Utrechtse gemeenschap, het verbeteren van accommodaties etc.
Ikzelf heb me intensief bezig gehouden de V.S.U.-accommodatie en de verplaatsingen van sportverenigingen naar een nieuwe locatie.

Zowel de asvUVV als de VSU hebben jou benoemd tot Erelid.

Tot slot een constatering.
Wat moeten UVV en meer in het algemeen de Utrechtse Sportwereld blij zijn, dat je in 1959 toch bent geaccepteerd als lid van onze club!

Heb je nog iets toe te voegen?

Nee, hooguit mijn conclusie:

Honkbal is mijn sport

U.V.V. is mijn club

U.V.V. staat voor vriendschap

U.V.V. betekent voor mij mooie herinneringen